Akoori
Roereieren Parsi-stijl
Voor 2-3 pers:
3 eieren
zout en peper
2 el ghee of olie
1 rode ui, middel, ragfijn gehakt
1 groene peper, ragfijn gesneden
1 tl gemberwortel, ragfijn gesneden
mespunt kurkuma
2 el verse koriander, fijngehakt
1 tomaat, in piepkleine blokjes gesneden
1 tomaat, in schijfjes, als garnering
2 el verse koriander, fijngehakt, als garnering
Klop de (biologische natuurlijk) eieren los met wat water en voeg peper en zout naar smaak toe.
Verwarm de ghee of de olie en fruit, terwijl je voortdurend omschept, de ui, peper en gemberwortel heel licht aan. Voeg dan de kurkuma, tomaat en koriander toe en schep alles goed door elkaar. Doe de losgeklopte eieren erbij en laat ze stollen terwijl je zachtjes roert.
Strooi evt. wat komijnpoeder over de akoori, schep op een warme schaal en garneer met de schijfjes tomaat en de koriander.
Lekker als lunchgerecht met rijst of je favoriete glutenvrije brood. Ook kun je akoori als bijgerecht bij een Indiase maaltijd geven, zoals hier met rijst, dahl en pompoen-auberginecurry.
donderdag 29 oktober 2009
woensdag 28 oktober 2009
pasta genovese
Een klassieker uit Genua met versgemaakte pesto en lekker veel groenten. Ik heb deze pasta gemaakt met glutenvrije spaghetti van DS, gemaakt van maïs en rijst, deze blijft vrij stevig, wat ik lekker vind. Veel glutenvrije pasta wordt te zacht, al dente is lastig te bereiken.
Pasta genovese
Voor 2 personen:
3 flinke el pesto*( zie blog
2 middelgrote aardappelen, geschild en in grove stukken
300 g sperzieboontjes, uiteinden eraf
180 g spaghetti
Zout en peper
Handje geraspte Parmezaanse kaas
Maak eerst de pesto*
Zet de aardappelen op in een grote pan met veel water en wat zout, alles gaat nl. in 1 pan, en breng aan de kook. Laat de aardappelen 5 minuten koken voordat je de sperziebonen erbij doet. Laat deze ook 5 minuten meekoken en doe dan de pasta erbij en laat alles nog 10 minuten koken. De aardappelen mogen uit elkaar vallen. Als alles gaar is giet je het geheel af en vangt wat van het kookwater op. Doe alles terug in de pan en vermeng met de pesto en het kookwater. Het moet een smeuïg geheel worden. Breng alles ruim op smaak met peper en zout en serveer meteen. Bestrooi met Parmezaanse kaas.
Ik ben nogal gek op groenten, dus eet ik deze gerechten er nog bij. Een lekkere salade kan natuurlijk ook.
Bijgerechtje 1:
Snijd een stuk of 10 kerstomaatjes doormidden en garneer met flinterdun gesneden rode ui in schijfjes, gescheurde basilicum en wat dressing.
Bijgerechtje 2:
Stoom de roosjes van een stronk broccoli en bestrooi met geroosterde amandelen, die je na het afkoelen in schilfers hakt en mengt met wat zeezout. Besprenkel het geheel met wat olijfolie.
*pesto
Doe in een vijzel, het liefst een stenen vijzel met een houten stamper, een flinke bos verse basilicumblaadjes, ongeveer 2 handen vol, 1-2 teentjes knoflook, grof gehakt, wat zeezout en begin te stampen. Na een paar minuten voeg je een eetlepel pijnboompitten toe en stamp je deze mee. Als alles fijn genoeg is naar je zin, giet je 2-3 eetlepels goede olijfolie erdoor en meng alles goed. Breng op smaak met versgemalen peper en evt. nog wat zout en gemalen Parmenzaan als je dit wilt. De kaas kun je weglaten en pas toevoegen als je de pesto in een gerecht gebruikt.
Pasta genovese
Voor 2 personen:
3 flinke el pesto*( zie blog
2 middelgrote aardappelen, geschild en in grove stukken
300 g sperzieboontjes, uiteinden eraf
180 g spaghetti
Zout en peper
Handje geraspte Parmezaanse kaas
Maak eerst de pesto*
Zet de aardappelen op in een grote pan met veel water en wat zout, alles gaat nl. in 1 pan, en breng aan de kook. Laat de aardappelen 5 minuten koken voordat je de sperziebonen erbij doet. Laat deze ook 5 minuten meekoken en doe dan de pasta erbij en laat alles nog 10 minuten koken. De aardappelen mogen uit elkaar vallen. Als alles gaar is giet je het geheel af en vangt wat van het kookwater op. Doe alles terug in de pan en vermeng met de pesto en het kookwater. Het moet een smeuïg geheel worden. Breng alles ruim op smaak met peper en zout en serveer meteen. Bestrooi met Parmezaanse kaas.
Ik ben nogal gek op groenten, dus eet ik deze gerechten er nog bij. Een lekkere salade kan natuurlijk ook.
Bijgerechtje 1:
Snijd een stuk of 10 kerstomaatjes doormidden en garneer met flinterdun gesneden rode ui in schijfjes, gescheurde basilicum en wat dressing.
Bijgerechtje 2:
Stoom de roosjes van een stronk broccoli en bestrooi met geroosterde amandelen, die je na het afkoelen in schilfers hakt en mengt met wat zeezout. Besprenkel het geheel met wat olijfolie.
*pesto
Doe in een vijzel, het liefst een stenen vijzel met een houten stamper, een flinke bos verse basilicumblaadjes, ongeveer 2 handen vol, 1-2 teentjes knoflook, grof gehakt, wat zeezout en begin te stampen. Na een paar minuten voeg je een eetlepel pijnboompitten toe en stamp je deze mee. Als alles fijn genoeg is naar je zin, giet je 2-3 eetlepels goede olijfolie erdoor en meng alles goed. Breng op smaak met versgemalen peper en evt. nog wat zout en gemalen Parmenzaan als je dit wilt. De kaas kun je weglaten en pas toevoegen als je de pesto in een gerecht gebruikt.
maandag 26 oktober 2009
speculaasjes
Behalve in Nederland en in België ken ik geen ander land waar speculaas of speculoos wordt gegeten. Traditioneel alleen in de Sinterklaastijd gegeten maar, zoals bijna alles tegenwoordig, nu het hele jaar door verkrijgbaar en ook zelfs in smeerbare vorm: speculoospasta! Klinkt niet glutenvrij en ziet er ook niet aantrekkelijk uit, dus ga ik het niet eens uitproberen.
Voor mij geldt in ieder geval wel dat als de herfst begint, de blaadjes gaan vallen en het kouder wordt, mijn behoefte aan speculaas groter wordt en als dan de lente begint, verdwijnt deze behoefte weer en krijg ik zin in andere, luchtiger zaken.
Maar nu kan ik er geen genoeg van krijgen. Ik bak ze lekker met rijststroop, zodat mijn darmen rustig blijven. Het boekweitmeel en de kruiden zorgen voor verwarming en dat is precies wat ik nodig heb nu.
Voor 20 stuks:
25 g zachte boter
50 g rijststroop of 40 g bruine basterdsuiker
10 ml karnemelk
snufje zout
5 g broodkruimels, fijn
40 g boekweitmeel en 30 g rijstmeel
5 – 8 g speculaaskruiden*
5 g bakpoeder
2-3 el geschaafde amandelen
Doe de zachte boter, de rijststroop, de karnemelk, het zout en de broodkruimels in een ruime kom en roer met een pollepel tot een glad mengsel.
Voeg de meelsoorten toe, de speculaaskruiden en de bakpoeder, roer goed en kneed dan met koele hand tot een soepel deeg. Het plakt enigszins, dus voeg eventueel nog wat extra meel toe, maar dat komt door de rijststroop. Laat het deeg een uur of 3-4 in de koelkast rusten, dan wordt het al steviger.
Verwarm dan de oven voor op 175˚ C. Kneed het deeg nog even snel door en rol het uit tussen 2 lagen huishoudfolie tot een dikte van ongeveer 3 mm. Keer de plak om, verwijder de folie en bestrooi de onderkant met geschaafde amandelen. Doe de folie terug en rol nogmaals over deze kant. Keer opnieuw om, verwijder de bovenste laag folie en snijd met een scherp mes in stukken. Leg deze op de bakplaat en bak de speculaasjes ongeveer 15 minuten.
Let op: speculaas gezoet met rijststroop niet te donker bakken, dan worden ze bitter.
* speculaaskruiden
Ik maak altijd een grote pot vol en varieer met de kruiden en hoeveelheden. Mijn basismengsel is:
15 g kaneel
2 g kruidnagelpoeder
2 g nootmuskaat
1 g witte peper
1 g gemberpoeder
½ g kardemompoeder
Voor een flinke pot doe je alles maal 5 en soms maak ik het wat kruidiger:
15 g kaneel
5 g kruidnagelpoeder
5 g nootmuskaatpoeder
2 ½ g peper
2 ½ g anijs
2 g gemberpoeder
evt. nog 2 ½ g korianderpoeder
Voor mij geldt in ieder geval wel dat als de herfst begint, de blaadjes gaan vallen en het kouder wordt, mijn behoefte aan speculaas groter wordt en als dan de lente begint, verdwijnt deze behoefte weer en krijg ik zin in andere, luchtiger zaken.
Maar nu kan ik er geen genoeg van krijgen. Ik bak ze lekker met rijststroop, zodat mijn darmen rustig blijven. Het boekweitmeel en de kruiden zorgen voor verwarming en dat is precies wat ik nodig heb nu.
Voor 20 stuks:
25 g zachte boter
50 g rijststroop of 40 g bruine basterdsuiker
10 ml karnemelk
snufje zout
5 g broodkruimels, fijn
40 g boekweitmeel en 30 g rijstmeel
5 – 8 g speculaaskruiden*
5 g bakpoeder
2-3 el geschaafde amandelen
Doe de zachte boter, de rijststroop, de karnemelk, het zout en de broodkruimels in een ruime kom en roer met een pollepel tot een glad mengsel.
Voeg de meelsoorten toe, de speculaaskruiden en de bakpoeder, roer goed en kneed dan met koele hand tot een soepel deeg. Het plakt enigszins, dus voeg eventueel nog wat extra meel toe, maar dat komt door de rijststroop. Laat het deeg een uur of 3-4 in de koelkast rusten, dan wordt het al steviger.
Verwarm dan de oven voor op 175˚ C. Kneed het deeg nog even snel door en rol het uit tussen 2 lagen huishoudfolie tot een dikte van ongeveer 3 mm. Keer de plak om, verwijder de folie en bestrooi de onderkant met geschaafde amandelen. Doe de folie terug en rol nogmaals over deze kant. Keer opnieuw om, verwijder de bovenste laag folie en snijd met een scherp mes in stukken. Leg deze op de bakplaat en bak de speculaasjes ongeveer 15 minuten.
Let op: speculaas gezoet met rijststroop niet te donker bakken, dan worden ze bitter.
* speculaaskruiden
Ik maak altijd een grote pot vol en varieer met de kruiden en hoeveelheden. Mijn basismengsel is:
15 g kaneel
2 g kruidnagelpoeder
2 g nootmuskaat
1 g witte peper
1 g gemberpoeder
½ g kardemompoeder
Voor een flinke pot doe je alles maal 5 en soms maak ik het wat kruidiger:
15 g kaneel
5 g kruidnagelpoeder
5 g nootmuskaatpoeder
2 ½ g peper
2 ½ g anijs
2 g gemberpoeder
evt. nog 2 ½ g korianderpoeder
zondag 25 oktober 2009
simpel en groen
Dit is een klassieker, volgens mij van mijn moeder, die je het hele jaar door kan maken omdat broccoli altijd te koop is. Het is snel, lekker, tenminste als je van broccoli en blauwe kaas houdt en prachtig van kleur:
Broccolistamppot
Voor 2 personen:
500 g broccoli, in roosjes en de stronk geschild en in kleine stukjes
300-400 g kruimige aardappelen
150 g blauwe kaas, bijv. van Bastiaanse
bodempje kokende melk
klont boter
peper-zout
geroosterde zonnebloempitten*
Schil, was en snijd de aardappelen in stukken en zet op met water en zout, tot ze net niet bedekt zijn. Breng aan de kook en voeg na 10 minuten de broccoli toe en kook nog 10 minuten of tot alles goed gaar is. Snijd ondertussen de kaas in kleine blokjes en rooster de zonnebloempitten in een droge pan.
Giet de groenten af en zet de pan terug op het lage vuur. Voeg kokende melk toe en een flinke klont boter (kan ook zonder, dan wordt het wat droger) en stamp of roer alles goed door elkaar. Als je met een pollepel roert blijft het geheel wat grover. Voeg dan de kaas toe. Zet het vuur uit, deksel erop, even laten smelten en schep dan op de borden en garneer met de pitten.
Eet smakelijk.
*zonnebloempitten: gepeld en ongepeld te koop, geroosterd en ongeroosterd te gebruiken, in brood, muffins, salades of zo als snack. Ze zitten vol eiwitten, vitamine E, foliumzuur, calcium en magnesium.
Broccolistamppot
Voor 2 personen:
500 g broccoli, in roosjes en de stronk geschild en in kleine stukjes
300-400 g kruimige aardappelen
150 g blauwe kaas, bijv. van Bastiaanse
bodempje kokende melk
klont boter
peper-zout
geroosterde zonnebloempitten*
Schil, was en snijd de aardappelen in stukken en zet op met water en zout, tot ze net niet bedekt zijn. Breng aan de kook en voeg na 10 minuten de broccoli toe en kook nog 10 minuten of tot alles goed gaar is. Snijd ondertussen de kaas in kleine blokjes en rooster de zonnebloempitten in een droge pan.
Giet de groenten af en zet de pan terug op het lage vuur. Voeg kokende melk toe en een flinke klont boter (kan ook zonder, dan wordt het wat droger) en stamp of roer alles goed door elkaar. Als je met een pollepel roert blijft het geheel wat grover. Voeg dan de kaas toe. Zet het vuur uit, deksel erop, even laten smelten en schep dan op de borden en garneer met de pitten.
Eet smakelijk.
*zonnebloempitten: gepeld en ongepeld te koop, geroosterd en ongeroosterd te gebruiken, in brood, muffins, salades of zo als snack. Ze zitten vol eiwitten, vitamine E, foliumzuur, calcium en magnesium.
donderdag 22 oktober 2009
kaneelbroodjes (GF)
Het is nat en donker vandaag, grijs en herfstachtig. Ik heb zin in verwarmende zaken, maar ook in zoet, dus ga ik kaneelbroodjes bakken. Morgen ga ik de hele dag naar de DutchDesignWeek in Eindhoven met zoonlief en vriendlief, dus moet ik vast aan mezelf denken. Want onderweg iets eetbaars kopen, wat lekker is én glutenvrij valt meestal niet mee. Dus ben ik meestal zelfvoorzienend, zeker in herfst en winter. In de zomer kan ik wel tegen een salade, zeker wel, maar in koude tijden heeft mijn gestel warme en liefst vloeibare zaken nodig. Kaneel is verwarmend en zoet en stimuleert volgens de Ayurveda de spijsvertering, wat voor veel mensen met een glutenvrij dieet nodig is.
Ik heb van verschillende mij bekende recepten een eigen versie geschreven, met wat minder suiker , ei en boter en 2 meelsoorten gemengd, boekweitmeel en Schär mix B. Ze zijn net uit de oven en ze zien er heerlijk uit.
Glutenvrije kaneelbroodjes
Voor 12 broodjes:
200 g Schär mix B
200 g boekweitmeel
snuf zout
30 g suiker
50 g boter
200 ml melk
20 g gedroogde of 25 g verse gist
1 ei, losgeklopt
Voor de vulling:
50 g gesmolten boter
3 el suiker
1-2 el kaneel
Smelt de boter en laat een beetje afkoelen voordat je de melk toevoegt en het gist. Laat even staan.
Ondertussen doe je de 2 meelsoorten in een grote kom, meng het zout en de suiker erdoorheen en maak een kuiltje in het midden. Giet daarin de botermix en het losgeklopte ei en meng alles met een koele hand door elkaar en kneed het door tot een samenhangend deeg. Als het te plakkerig is, voeg dan een klein beetje meel erdoor. Laat het deeg op een warme plek met een vochtige doek eroverheen ongeveer 1 uur rijzen. Rol het deeg dan uit tot een rechthoek van ± ½ cm dik en bestrijk deze met de gesmolten boter en bestrooi met de suiker en kaneel.
Rol de plak deeg voorzichtig op, handig is als je het deeg uitrolt op huishoudfolie en dit vastpakt om een rol te maken, en snijd het deeg in 12 stukken. Leg de broodjes op een bakplaat en laat nog 20 minuten narijzen onder een vochtige doek.
Verwarm de oven voor tot 220˚C en bak de broodje in 15-20 minuten tot ze goudbruin zijn.
Het is wel even wat werk, maar leuk om te doen op een vrije dag en je hebt meteen een voorraadje!
Ik heb van verschillende mij bekende recepten een eigen versie geschreven, met wat minder suiker , ei en boter en 2 meelsoorten gemengd, boekweitmeel en Schär mix B. Ze zijn net uit de oven en ze zien er heerlijk uit.
Glutenvrije kaneelbroodjes
Voor 12 broodjes:
200 g Schär mix B
200 g boekweitmeel
snuf zout
30 g suiker
50 g boter
200 ml melk
20 g gedroogde of 25 g verse gist
1 ei, losgeklopt
Voor de vulling:
50 g gesmolten boter
3 el suiker
1-2 el kaneel
Smelt de boter en laat een beetje afkoelen voordat je de melk toevoegt en het gist. Laat even staan.
Ondertussen doe je de 2 meelsoorten in een grote kom, meng het zout en de suiker erdoorheen en maak een kuiltje in het midden. Giet daarin de botermix en het losgeklopte ei en meng alles met een koele hand door elkaar en kneed het door tot een samenhangend deeg. Als het te plakkerig is, voeg dan een klein beetje meel erdoor. Laat het deeg op een warme plek met een vochtige doek eroverheen ongeveer 1 uur rijzen. Rol het deeg dan uit tot een rechthoek van ± ½ cm dik en bestrijk deze met de gesmolten boter en bestrooi met de suiker en kaneel.
Rol de plak deeg voorzichtig op, handig is als je het deeg uitrolt op huishoudfolie en dit vastpakt om een rol te maken, en snijd het deeg in 12 stukken. Leg de broodjes op een bakplaat en laat nog 20 minuten narijzen onder een vochtige doek.
Verwarm de oven voor tot 220˚C en bak de broodje in 15-20 minuten tot ze goudbruin zijn.
Het is wel even wat werk, maar leuk om te doen op een vrije dag en je hebt meteen een voorraadje!
Labels:
boekweitmeel,
ei,
gebak en koekjes,
gist,
kaneel,
MixB
dinsdag 20 oktober 2009
Comfort soup
Omdat er nog net verse maïskolven te koop zijn, zag ik vandaag op de markt, hier nog een heel lekker soepje, onder het kopje comfort food of troosteten, voor een bad-hairday of een vermoeiende dag in de stad. Helaas heb ik de soep al een paar weken geleden gemaakt, dus moet ik het vandaag doen met de herinnering. Gelukkig zag ik op de markt bij een Turkse groenteboer een hele berg basilicum in grote bossen voor maar 50 cent. Ik heb net al pesto gemaakt, kunnen de smaken goed intrekken en maak ik een simpele glutenvrije pasta met pesto, gebakken bloemkool met knoflook en ui en een stuk gegrilde zeebaarsfilet. Klinkt ook erg lekker!
Maar nu eerst soep:
maïssoep met zoete aardappel en patisson
Voor 2 personen:
1 maïskolf, gekookt en korrels eraf gesneden
1 grote ui, fijngehakt
1 teen knoflook, fijn
1 el boter
1 el olijfolie
1 kleine zoete aardappel, en brunoise*
½ pattisson* of courgette, grof geraspt
1-2 tomaten in stukjes
groentebouillon, ± ½ liter
peper en zout
kokosmelk, ± ¼ liter
2 handen vol koriander, peterselie en basilicum
Smelt de boter in de olijfolie en bak hierin de ui en daarna de knoflook op middelhoog vuur. Voeg de brunoise toe en bak even mee, waarna je de tomaatstukjes, de maïskorrels en de courgette erbij doet, samen met de bouillon.
Laat niet te lang koken, maar zorg dat alles gaar is en voeg dan de kokosmelk toe, peper en zout naar smaak en voor het serveren de kruiden. De soep mag lekker dik zijn, zoals je wilt.
Eet smakelijk!
Vandaag heb ik De Dikke Vegetariër, van Mark Bittman gekregen van mijn ouders, een verlaat verjaardagskado, waar ik heel blij van word. Vandaar mijn introductie van het woord brunoise; het staat vol met allerlei tips en wetenswaardigheden. U hoort er nog meer van binnenkort, het is echt een pil, waar ik wel even zoet mee ben.
*brunoise: in dobbelsteentjes snijden; hij zegt er gelukkig bij dat het niet uitmaakt als ze een beetje scheef zijn. Gelukkig maar, ha, ha! Stel je voor. Toch leuk om de basistechnieken die ik ken een naam te kunnen geven.
* pattisson: deze zomer in het groentenpakket van de boer en voor mij de eerste keer dat ik deze telg uit de Cucurbitafamilie at. De vorm heeft iets van een vliegende schotel en ik dacht altijd dat het een niet-eetbare kalebas was. Niets is minder waar, ze zijn erg lekker en ook zeer geschikt om te vullen.
zondag 18 oktober 2009
Lablabi
Soep. Voor mij is soep het toverwoord als de kou zich aanmeldt, ik kan niet zonder soep; het liefst maak ik iedere dag een andere.
Vorige winter werkte ik als lunchkok bij een erg leuk en bruisend architectenbureau, wat gezeteld is in een oud pand in Rotterdam-Delfshaven. ’s Zomers is het er bloedheet en ’s winters niet te harden van de kou. Het antwoord is dan ook: soep of soup of zupa of caldo of suppe of sopa of minestra of çorba; er werken heel wat nationaliteiten en iedereen is dol op soep, zeker als het koud is. Ik denk dat ik wel 50 verschillende soepen heb bereid en iedere keer was het weer een uitdaging om een “nieuw” soepje te bedenken.
Dus ga ik deze winter opnieuw mijn best doen en zal regelmatig een snel, makkelijk, uitgebreid, licht, voedzaam, gezond en/of verwarmende soep maken. Te beginnen met een kikkererwtensoep die ik heb gebaseerd op een Tunesische ontbijtsoep: Lablabi. Ik eet hem vanavond met wat harissa*, zwarte olijven, duqqa*, wat komkommer en een lekker stuk brood. Deze keer maisbrood uit de skillet. Waarvan binnenkort het recept.
Lablabi
olijfolie
10 tenen knoflook, fijngehakt
350 g kikkererwten*, 1 nacht geweekt en afgegoten
evt. een stukje kombu*
1 grote rode ui, gesnipperd
3 wortels, fijngehakt
6 stengels bleekselderij, fijngesneden
1 volle tl komijn, geroosterd en dan gemalen
1 tl korianderzaad, geroosterd en gemalen met het komijnzaad
1 tl paprikapoeder
zout en peper
sap van 1 citroen
harissa*
Verhit de olijfolie, 4 el, in een grote soeppan en voeg de knoflook toe aan de hete olie, roer snel, voeg dan de kikkererwten toe en evt. de kombu en zoveel water dat ze ongeveer 2 ½ cm onder water staan. Breng aan de kook, schuim af, zet het vuur lager, doe een deksel op de pan en laat de kikkererwten zachtjes pruttelen tot ze gaar zijn.
Verhit vervolgens 4 el olijfolie in een pan, fruit daarin zachtjes de fijngesneden ui en groenten tot ze zacht zijn. Voeg dan de kruiden toe en dan de gare kikkererwten en het kookvocht. Voeg peper en zout naar smaak toe. Pureer de helft van de soep apart of pureer de soep met een stamper heel grof. Het moet geen fijne puree worden. Laat nog 5 minuten pruttelen en voeg dan citroensap toe.
Garneer de soep met gehakte koriander en harissa naar smaak en serveer met een stuk brood, olijfolie en duqqa*.
*Kikkererwten: als je, zoals ik vaak, vergeten bent de kikkererwten de nacht tevoren in de week te zetten, kun je 2 dingen doen. Je koopt kant-en-klare kikkererwten in glas (veel lekkerder dan blik!) of je kookt even wat water en begiet de gedroogde kikkererwten met het kokende water en laat een paar uur weken. Daarna kook je ze op de gewone manier. Deze methode werkt alleen als je er ’s morgens achterkomt zodat de kikkererwten nog wel een uurtje of 4 kunnen weken.
Je kunt natuurlijk ook nog beslissen om iets anders te gaan maken en alvast de kikkererwten in de week zetten voor de volgende dag!!
En als je toch aan het weken bent, kun je ook een dubbele portie doen die je kookt en daarna invriest; heb je altijd een portie kikkererwten achter de hand
*Kombu: eetbaar zeewier wat toegevoegd aan peulvruchten ervoor zorgt dat de peulvruchten sneller garen en evt. gasvorming vermindert.
Je kunt het kopen bij elke natuurvoedingszaak bij de Japanse produkten. Ik knip de stukken altijd doormidden, omdat dat meer dan genoeg is in het gebruik.
Kombu is tevens een van de basisingrediënten voor dashi, dè basisbouillon in de Japanse keuken.
*Harissa: een pittige smaakmaker uit de Tunesische, Libanese en Marokkaanse keuken. Je kunt het kopen bij elke Marokkaanse slager, maar het is ook erg lekker om zelf te maken en in een luchtdichte pot kun je het vrij lang in de koelkast bewaren. Zie recept van vrijdag 16 oktober.
*duqqa: is een specerijenmengsel dat overal in het Midden-Oosten gebruikt wordt als smaakmaker. Je maakt het snel en je kunt het een tijd bewaren in een luchtdichte pot.
Rooster in een droge koekenpan korianderzaad, komijnzaad en sesamzaad, van ieder 1 volle eetlepel, tot ze gaan geuren en maal alles tot een grove poeder.
Dip een stuk brood in goede olijfolie en daarna in de duqqa, heerlijk!
zaterdag 17 oktober 2009
Tacodinner
Een goede vriendin van me kwam gisteravond eten met haar zoon die net op de middelbare school is begonnen, dus om te vieren dat onze pubers herfstvakantie hebben en wij even kunnen bijpraten over de school- en andere perikelen, hebben we lekker taco’s gegeten. Mijn puber is dol op taco’s en het is erg gezellig eten, waarvoor je niet zo lang in de keuken hoeft te staan. Nog een voordeel: hij kan mij mooi helpen met het snijden van alle groentes, want hij heeft pas kookles gehad op school en hij vindt het leuk. Nou ja, na 2 tomaten en een halve paprika wordt het toch al snel saai, eten is toch leuker om te doen!
Zoals je ziet maken we bakjes met stukjes tomaat, paprika, gesneden ijsbergsla, geraspte kaas, zure room, kidneybeans die ik stoof met een grote ui, knoflook, fijngesneden groene peper, snufje piment, paprikapoeder en snufje kaneel en zout en peper en natuurlijk quacamole. De tacoschelpen gaan even in de oven en dan: vullen naar keus.
Het was erg gezellig!!
Quacamole
Voor 4 personen neem je
3 rijpe avocado’s
Rood uitje, heel fijn gesneden
Teen knoflook, heel fijn gesneden en geplet
Grote hand fijngesneden koriander
Zout, peper
Piment
Korianderpoeder
Chilipoeder
Citroensap
In een ruime kom doe je de ui, knoflook en koriander, daarop de avocado’s en prak alles stevig door elkaar. Breng daarna op smaak met de kruiden en voeg citroensap toe.
Sommige mensen doen er nog tomaat in, dat kan ook, wees creatief en zijn geen regels als je kookt!
Zoals je ziet maken we bakjes met stukjes tomaat, paprika, gesneden ijsbergsla, geraspte kaas, zure room, kidneybeans die ik stoof met een grote ui, knoflook, fijngesneden groene peper, snufje piment, paprikapoeder en snufje kaneel en zout en peper en natuurlijk quacamole. De tacoschelpen gaan even in de oven en dan: vullen naar keus.
Het was erg gezellig!!
Quacamole
Voor 4 personen neem je
3 rijpe avocado’s
Rood uitje, heel fijn gesneden
Teen knoflook, heel fijn gesneden en geplet
Grote hand fijngesneden koriander
Zout, peper
Piment
Korianderpoeder
Chilipoeder
Citroensap
In een ruime kom doe je de ui, knoflook en koriander, daarop de avocado’s en prak alles stevig door elkaar. Breng daarna op smaak met de kruiden en voeg citroensap toe.
Sommige mensen doen er nog tomaat in, dat kan ook, wees creatief en zijn geen regels als je kookt!
vrijdag 16 oktober 2009
harissa
En het is zó lekker, het is even wat werk, nl. alle blaadjes van de steeltjes rissen, alle knoflooktenen uit hun jas helpen en de pepers ontleden, dan hup in de hakker, kruiden en olie toevoegen.....en klaar!
Maar dan heb je ook een pot saus die je enkele weken kunt bewaren.
Ik heb Marokkaanse harissa gemaakt, volgende keer maak ik de Tunesische.
Vooral even doen, eet ze!
Harissa, Marokkaanse
250g rode chilipepers, steeltjes en zaad verwijderd
1 bol knoflook, tenen gepeld
1 el zout
1 bos koriander
1 bos munt
1 el gemalen kummel of karwijzaad
1 el korianderpoeder
3 el olijfolie
Alle ingrediënten in de keukenmachine, mengbeker of de vijzel en maal alles tot een fijne pasta.
Wees voorzichtig in het gebruik, het is heet, maar lekker heet!
Bewaar de harissa in een schone, luchtdichte pot en giet er een laagje olie op na gebruik
Harissa, Tunesische
1 rode paprika
1/2 el gemalen kummel of karwijzaad
2 tenen knoflook
10g gedroogde rode chilipepers, geweekt in heet water
50g verse rode pepers, fijngehakt
1 el komijnpoeder
2 el olijfolie
2 grote handen gehakte verse koriander
zout
Rooster de rode paprika op een lage gasvlam tot hij zwartgeblakerd is. Doe in een plastic of papieren zak en laat 10 minuten rusten. Haal dan het vel eraf , verwijder de zaden en snijd de paprika in stukjes.
Doe nu alle ingrediënten in een blender of vijzel en meng tot een gladde pasta.
Maak het van tevoren en bewaar in de koelkast zoals hierboven beschreven.
*Harissa is een Noord-Afrikaanse hete saus die wordt gemaakt van o.a. rode pepers en kruiden. Een soort sambal van Noord-Afrika. Je kunt het gebruiken in soepen, rijstschotels, marinades, vis- en groentegerechten en wat je nog meer een kick wilt geven.
Iedere familie maakt haar eigen variant en in ieder land zal het net iets anders smaken.
Maar dan heb je ook een pot saus die je enkele weken kunt bewaren.
Ik heb Marokkaanse harissa gemaakt, volgende keer maak ik de Tunesische.
Vooral even doen, eet ze!
Harissa, Marokkaanse
250g rode chilipepers, steeltjes en zaad verwijderd
1 bol knoflook, tenen gepeld
1 el zout
1 bos koriander
1 bos munt
1 el gemalen kummel of karwijzaad
1 el korianderpoeder
3 el olijfolie
Alle ingrediënten in de keukenmachine, mengbeker of de vijzel en maal alles tot een fijne pasta.
Wees voorzichtig in het gebruik, het is heet, maar lekker heet!
Bewaar de harissa in een schone, luchtdichte pot en giet er een laagje olie op na gebruik
Harissa, Tunesische
1 rode paprika
1/2 el gemalen kummel of karwijzaad
2 tenen knoflook
10g gedroogde rode chilipepers, geweekt in heet water
50g verse rode pepers, fijngehakt
1 el komijnpoeder
2 el olijfolie
2 grote handen gehakte verse koriander
zout
Rooster de rode paprika op een lage gasvlam tot hij zwartgeblakerd is. Doe in een plastic of papieren zak en laat 10 minuten rusten. Haal dan het vel eraf , verwijder de zaden en snijd de paprika in stukjes.
Doe nu alle ingrediënten in een blender of vijzel en meng tot een gladde pasta.
Maak het van tevoren en bewaar in de koelkast zoals hierboven beschreven.
*Harissa is een Noord-Afrikaanse hete saus die wordt gemaakt van o.a. rode pepers en kruiden. Een soort sambal van Noord-Afrika. Je kunt het gebruiken in soepen, rijstschotels, marinades, vis- en groentegerechten en wat je nog meer een kick wilt geven.
Iedere familie maakt haar eigen variant en in ieder land zal het net iets anders smaken.
donderdag 15 oktober 2009
Afijn, 3 maanden later!
Helaas heeft de vakantie geen verlenging gekregen, maar had ik het even te druk om te bloggen, maar vanaf nu ben ik weer regelmatig op het blog met nieuwe, heerlijke, doordeweekse of feestelijke glutenvrije recepten.
Thailand was echt luilekkerland, niet eens zozeer voor de glutenvrije bezoeker, maar de rijkdom aan verse produkten die zo van het land of de boom komen is zo fantastisch, dat je tijd tekort komt om alles te proeven. Ondanks dat het merendeel van de Thai boeddhist is, wordt er toch enorm veel vlees gegeten en gaat er in bijna alle gerechten een schep varkens- of kippenbouillon. Na 1 dag had ik dat gelukkig door en de rest van de vakantie hebben we steeds weer opnieuw moeten uitleggen, dat geen vlees eten ook betekent geen bouillon van vlees.
De basis is eigenlijk altijd hetzelfde: een combinatie van zoet, zuur, zout en pittig. Bijna alle gerechten worden à la minuut gemaakt. Streetfood is daar uitgevonden, maar dan eet je ook de lekkerste en zelfgemaakte dingen. Iedereen leeft en werkt op straat, de mensen zijn heel erg vriendelijk en iedereen houdt rekening met elkaar, hoe druk het ook is, niemand duwt tegen je aan of scheldt en staat op je tenen. Zelfgebouwde keukentjes, mobiel of niet zie je overal:
Om de echte Thaise smaak in Nederland te maken heb je toch wel wat authentieke kruiden en sausen nodig die, in Rotterdam waar ik woon, wel te koop zijn bij de Chinese toko en bij Siriporn, een minisuper waar ze rechtstreeks geïmporteerde Thaise produkten verkopen.
Maar er zijn ook wel wat alternatieven die ik zal benoemen als het nodig is.
Maar nu het kouder wordt merk ik dat mijn lichaam andere behoeften heeft dan de Thaise keuken die voor mij geschikter is in de zomer. Dus de komende tijd af en toe een Thais recept, maar vooral herfstrecepten! Van de koude grond en toch verwarmend!
Vandaag om te beginnen alleen even een smaakmaker, die je snel kunt maken en toegevoegd aan ieder wokgerecht al een Thaise touch geeft.
Chili-lime fishsauce
3-6 kleine rode en groene pepertjes, (bijv. rawit)
3 e.l. fishsauce
2-3 el limoensap of rijstazijn (of citroensap of een andere azijn)
1 el suiker of 2 el opgeloste palmsuiker
Doe alles in een jampotje, schudden, proeven.
Te zout(fishsauce), voeg dan wat zuur toe en wat zoet.
Te zuur, voeg wat zout toe, proeven en evt. wat zoet.
Blijf proeven tot het lekker is. Een kwestie van smaak.
In Thailand smaakt niets precies hetzelfde, iedereen heeft zijn/haar eigen variatie.
Wees creatief!
Deze saus is ook erg lekker bij een gebakken vis, wat rijst erbij, groentes uit de wok.
Thailand was echt luilekkerland, niet eens zozeer voor de glutenvrije bezoeker, maar de rijkdom aan verse produkten die zo van het land of de boom komen is zo fantastisch, dat je tijd tekort komt om alles te proeven. Ondanks dat het merendeel van de Thai boeddhist is, wordt er toch enorm veel vlees gegeten en gaat er in bijna alle gerechten een schep varkens- of kippenbouillon. Na 1 dag had ik dat gelukkig door en de rest van de vakantie hebben we steeds weer opnieuw moeten uitleggen, dat geen vlees eten ook betekent geen bouillon van vlees.
De basis is eigenlijk altijd hetzelfde: een combinatie van zoet, zuur, zout en pittig. Bijna alle gerechten worden à la minuut gemaakt. Streetfood is daar uitgevonden, maar dan eet je ook de lekkerste en zelfgemaakte dingen. Iedereen leeft en werkt op straat, de mensen zijn heel erg vriendelijk en iedereen houdt rekening met elkaar, hoe druk het ook is, niemand duwt tegen je aan of scheldt en staat op je tenen. Zelfgebouwde keukentjes, mobiel of niet zie je overal:
Om de echte Thaise smaak in Nederland te maken heb je toch wel wat authentieke kruiden en sausen nodig die, in Rotterdam waar ik woon, wel te koop zijn bij de Chinese toko en bij Siriporn, een minisuper waar ze rechtstreeks geïmporteerde Thaise produkten verkopen.
Maar er zijn ook wel wat alternatieven die ik zal benoemen als het nodig is.
Maar nu het kouder wordt merk ik dat mijn lichaam andere behoeften heeft dan de Thaise keuken die voor mij geschikter is in de zomer. Dus de komende tijd af en toe een Thais recept, maar vooral herfstrecepten! Van de koude grond en toch verwarmend!
Vandaag om te beginnen alleen even een smaakmaker, die je snel kunt maken en toegevoegd aan ieder wokgerecht al een Thaise touch geeft.
Chili-lime fishsauce
3-6 kleine rode en groene pepertjes, (bijv. rawit)
3 e.l. fishsauce
2-3 el limoensap of rijstazijn (of citroensap of een andere azijn)
1 el suiker of 2 el opgeloste palmsuiker
Doe alles in een jampotje, schudden, proeven.
Te zout(fishsauce), voeg dan wat zuur toe en wat zoet.
Te zuur, voeg wat zout toe, proeven en evt. wat zoet.
Blijf proeven tot het lekker is. Een kwestie van smaak.
In Thailand smaakt niets precies hetzelfde, iedereen heeft zijn/haar eigen variatie.
Wees creatief!
Deze saus is ook erg lekker bij een gebakken vis, wat rijst erbij, groentes uit de wok.
Abonneren op:
Posts (Atom)